D1
- Steenbergen (bij Roden)
Van Giffen nummerde de hunebedden
van Noord naar Zuid. Het noordelijkste, dus D1, ligt even ten zuiden
van Roden in de Noorder Duinen bij het gehucht dat zijn naam aan het
hunebed dankt: Steenbergen. Het is een fraai, middelgroot hunebed en
het ligt in een toeristisch aantrekkelijke omgeving: 150 meter van de
verharde weg in een kleine zandverstuiving. Het hunebed ligt schuin
tegen de helling van een zandheuvel. Het is vrij compleet. Alle 12 draagstenen,
alle zes dekstenen en de twee sluitstenen zijn aanwezig. Zelfs de poort
is met twee draag- en één deksteen compleet. Het hunebed
is in 1953/54 door Van Giffen ingrijpend gerestaureerd. Daarvoor verkeerde
het in sterk vervallen staat. Alle dekstenen waren tussen de draagstenen
gevallen en één deksteen was in vijf stukken uiteengevallen.
Deze werden met cement en steengruis weer aan elkaar gekit. Een aantal
naar buiten gezakte draagstenen werden weer opgericht en gefixeerd,
waarna de dekstenen werden teruggeplaatst. De poort-deksteen moest enkele
malen worden herplaatst, nadat deze er door bezoekers was afgegooid.
In maart 1997 is het hunebed zwaar beschadigd door brandstichting. De
tweede deksteen was finaal door midden gebroken en er waren tal van
brokstukken afgesprongen. De schade is inmiddels zo goed mogelijk hersteld.
De brokstukken werden weer aan elkaar gelijmd en sinds 21 juli 1997
rust de deksteen weer op z'n draagstenen.
Bij het hunebed is een ruime parkeerplaats en er zijn twee info-zuiltjes.
geplaatst.
D2
- Westervelde (bij Norg)
Westervelde ligt bij het
oerbos Norgerholt, twee kilometer ten zuiden van Norg. D2 is een klein
hunebed met oorspronkelijk 4 dekstenen, waarvan er twee weer op de draagstenen
konden worden gezet. Een restant van de derde deksteen ligt in het graf
en de vierde ontbreekt. Wel zijn er nog de twee poort-zijstenen.
De 8 draagstenen en 2 sluitstenen zijn compleet. Het hunebed is rustig
gelegen op een eigen terrein tussen de landerijen, en gemakkelijk vanaf
de verharde weg. bereikbaar.
D3
en D4 - Midlaren
Vanwege de bijzondere ligging,
tegen de zijmuur van een boerderijtje aan, vormt dit hunebeddenpaar
wel één van de merkwaardigste in Drenthe. Ondanks de ligging
aan een verharde weg, vallen ze niet onmiddellijk in het oog. Volg de
wegwijzer naar een smal paadje dat zich tussen twee vervallen boerderijtjes
door wurmt en dan zie je pas de grote groen uitgeslagen steenklompen
van de twee in elkaars verlengde liggende hunebedden; pal tegen de boerderijmuur.
Hoewel vrij compleet, alle dekstenen en op één na alle
draagstenen zijn aanwezig, is dit hunebeddenpaar nooit gerestaureerd.
Wel zijn de meeste scheuren in de dekstenen met cement dichtgesmeerd.
Van de in totaal 13 dekstenen liggen er 12 tussen de uit het lood geslagen
draagstenen. Toch vormen ze een fraai gezicht, niet het minst door de
oude eiken met hun grillige takken die de stenen gedeeltelijk overkoepelen.
Verborgen in de heg die het toegangspad omzoomt, staat de steen die
ooit de bronzen naamplaquette droeg. Deze naamplaat dook later
weer op en staat nu in het Hunebedden Informatiecentrum in Borger.
D5
- Zeijen
Dit hunebedje ligt tegenover
het natuurgebied de Zeijer Strubben, 100 meter rechts van de weg Zeijen
- Peest, maar is van daar af niet te zien. Het hunebed ligt n.l. in
een kleine kuil. Het is niet moeilijk je de oorspronkelijke dekheuvel
voor te stellen. Alleen de vier dekstenen zijn goed zichtbaar. Het hunebed
werd in 1833 ontdekt en uitgegraven maar niet helemaal want de acht
draagstenen en twee sluitstenen liggen nog grotendeels onder het zand.
Een handwijzer langs de weg leid je via een smalle verharde weg naar
een parkeerplaatsje naast het hunebed. Een paar grote zwerfkeien (die
verder niets met het hunebed te maken hebben) en een naamplaquette markeren
de ingang naar het hunebedterrein.
D6
- Tynaarlo
Een mini hunebed , maar wel
gaaf en alles op z'n plaats: drie dekstenen, zes draagstenen en twee
sluitstenen. Een allerliefst hunebedje pal langs de drukke weg Zeegse-Tynaarlo
gelegen. Op honderd meter afstand razen de intercity's Assen - Groningen
v.v. voorbij. Van Giffen stelde vast dat in de directe omgeving
nog 4 hunebedden moeten hebben gestaan. Onderzoek van de bodem leverde
een schat aan vuurstenen bijlen, pijlpunten, potscherven, barnstenen
kralen enz. op. Er is geen gelegenheid de auto te parkeren. Wel is er
de bekende naamplaqette en verder een houten zitbank en een afvalbak
D7
- Boswachterij Schipborg
Een wat anoniem hunebed,
verscholen in de bossen boven Anloo. Ook niet zo makkelijk te vinden.
Vanaf de weg Schipborg - Anloo tegenover het landgoed Schipborg linksaf
een doodlopend zandpad in, en dan maar zoeken in bos en heide van het
Kniphorstbos. Eigenlijk (verboden) militair oefenterrein, maar daarvan
hoef je je niet veel aan te trekken. Sla direct rechtsaf en loop
iets verder door dan je van plan was, et voilà!. Niet groot en
niet klein: 5 dekstenen. De 8 draag- en de 2 sluitstenen zitten voor
het grootste deel onder het zand. Daardoor oogt het hunebed wat laag.
De twee keien aan de zuidkant zijn waarschijnlijk de poortstenen geweest.
Er zijn geen wegwijzers of andere voorzieningen voor bezoekers.
D8
- Boswachterij Schipborg
In hetzelfde bos als D7,
maar beter te vinden. Bereikbaar vanaf de weg Schipborg - Anloo. Sla
250 m voorbij het zandpaadje naar D7 linksaf een royaal en goed voor
auto's berijdbaar zandpad (met fietspad) in. Na 1km sla je bij de paddestoel
naar Anloo rechtsaf en dan zie je het hunebed al, links van de weg.Vier
dekstenen die keurig op de acht draagstenen en twee sluitstenen rusten. Eén
poortsteen is nog aanwezig. De plaats van de tweede is door Van Giffen
door een cement-afdruk (een plombe) gemarkeerd. Bij de toegang staat
een zwerfkei met de bronzen naamplaquette en een alternatieve infozuil:
op een schuin afgezaagde boomstam. Het hunebed ligt in het fraaie Kniphorstbos,
en is nog makkelijker vanuit Annen via de fietstunnel onder de N34 te
bereiken.
D9
- Annen
D9 is een klein, incompleet
hunebed dat pal langs de drukke weg Zuidlaren - Annen is gelegen. Het
heeft nog wel een eigen terreintje maar is verder volledig opgeslokt
door de omringende bebouwing. Oorspronkelijk bestond het hunebed uit
vier dek- en acht draagstenen, waarvan er nu nog slechts twee, respectievelijk
vier over zijn. Bovendien ontbreekt een sluitsteen en de beide poortstenen.
De plaatsen van de ontbrekende stenen zijn door Van Giffen met plombes
aangegeven. Op de nog aanwezige bronzen naamplaquette staat vermeld:
Prov.Hunebed D IX, Noordlo.
D10
- Gasterse Duinen
D10 ligt rechts van de weg
Gasteren - Oude Molen in de Gasterse Duinen. Er is een ruime parkeerplaats.
Via een wildrooster betreed je het prachtige, heuvelachtige zand- bos-
en heidegebied waarin het kleine hunebed is gelegen. Het is een vrij
toegankelijk wandelgebied, maar er graast een schaapskudde en is daaarom
omheind. D10 is een klein.en incompleet hunebed: 7 draag- en 2 sluitstenen,
waarop oorspronkelijk 4 dekstenen hebben gerust. Daarvan zijn er nog
slechts 2 over. Er stond een bronzen naamplaquette bij het hunebed maar
die is inmiddels verdwenen.Zowel op de parkeerplaats als bij het hunebed
staat een info-zuiltje.
D11
- Boswachterij Anloo
Sla vanaf de weg Anloo -
Anderen , vlak voor het vennetje Gagelveen linksaf het zandpad in tot
een slagboom verder rijden verbiedt. Na tien minuten wandelen zie je
op een open plek in het bos een fraai hunebed. Vier dekstenen netjes
rustend op tien draag- en twee sluitstenen. Helaas ontbreekt de meest
westelijke, vijfde deksteen. Eén poortsteen is nog aanwezig.
Van Giffen markeerde de plaats van de tweede met een plombe. Het steengraf
is zeer rustig gelegen; hier tref je alleen maar fietsers of wandelaars.
Vreemd genoeg vind je bij dit best wel interessante hunebed geen wegwijzers,
infozuiltje etc. Wel een lelijke afvalbak die hinderlijk dicht bij het
hunebed is geplaatst. Ooit gaf een bronzen plaquette de naam aan. De
steen staat er nog; de plaquette is er door onverlaten af gesloopt.
Ga op de grootste deksteen zitten en laat 5000 jaar geschiedenis op
je inwerken. Daarna ben je ander mens.
D12
- Eexter Es
Dit miezerige hoopje stenen
ligt er verlaten bij, midden op de kale hooggelegen Kamp Akkers of Eexter
Es. Het weggetje er naar toe is bovendien moeilijk te vinden. Ga in
Eext Noord de nieuwe villawijk in en dan zie je inderdaad een handwijzer.
Van Giffen heeft nog wel de moeite heeft genomen om op enige afstand
een kei met de bekende bronzen naamplaquette te plaatsen.
D13
- Eext
Dit is een heel bijzonder
hunebed. Uniek onder z'n soortgenoten. In de eerste plaats omdat-ie
nog (of beter: weer) gedeeltelijk onder z'n zandheuvel verborgen ligt
en in de tweede plaats omdat het een z.g. trapgraf betreft: de toegang
tot de (kleine) grafkelder wordt verkregen door een viertredig trapje
vanuit de top van de heuvel. Van bovenaf zijn zes draag- en twee sluitstenen
zichtbaar. Een van de ontbrekende dekstenen werd in het dorp teruggevonden
en in 1976 terug geplaatst. Reeds in 1756 werd ontdekt dat de heuvel
een hunebed verborg. Een zekere Van Lier is toen al driftig aan het
graven geweest en heeft er "veele urnae en steene beitels" uitgehaald.
Toen Van Giffen het in 1927 nog eens dunnetjes overdeed, was er niet
veel meer te vinden.
D14
- Eexter Halte
D14 behoort tot de grotere
hunebedden. Bovendien is het nog redelijk compleet en intact: 6 dekstenen
rusten op de draagstenen, van de twee (misschien zelfs drie) ontbrekende
liggen nog een paar brokstukken in het graf. Deze dragen de sporen van
boorgaten voor het buskruit waarmee ze zijn gespleten. De 18 draagstenen
en 2 sluitstenen zijn compleet. Bij de restauratie moesten wel wat kunstgrepen
worden toegepast. Zo is lange tijd de meest oostelijke deksteen door
een gemetseld pilaartje ondersteund geweest. Deze is zeer nog niet zo
lang geleden door een roestvrij stalen pin vervangen. Verder zijn er
nog drie poortzijstenen en 8 kransstenen aanwezig. Het vrij ruime omringende
gebied is in de ruilverkaveling uitgespaard en vormt een eiland in het
gecultiveerde akkerland. Het hunebed is vanaf de verharde weg via een
ruim parkeerterrein goed bereikbaar. Op het parkeerterrein staat een
info-zuiltje en bij het hunebed nog een. De steen met de bekende bronzen
naamplaquette is in 1997 om mij niet bekende redenen weggehaald.
D15
- Loon
Provincie-hoofdstad Assen
is binnen de gemeentegrenzen één hunebed rijk en dat ligt
bij het rustieke esdorp Loon. Het is een middelgroot hunebed in een
op de hooggelegen Looner Es bij de ruilverkaveling uitgespaarde enclave.
Tot 1870 ging dit hunebed nog gedeeltelijk onder in z'n dekheuvel schuil.
Toen vonden de "restaurateurs" het, onder het goedkeurend oog van de
Commissaris van de Koningin, nodig dit archeologisch monument te ontbloten.
Vier van de vijf dekstenen liggen keurig op hun plaats; van de vijfde
is nog slechts een fragment aanwezig en dat ligt op de bodem. Alle 10
draagstenen zijn er en ook de poort is compleet: vier draagstenen en
een deksteen. Het Loner hunebed is een fraaie ring van kransstenen rijk.
Er zijn er nog maar liefst 18 van de 23 over en dat is bijzonder omdat
deze bij de stenenroof in het verleden als eerste verdwenen. D15 is
het enige hunebed dat vanuit de trein zichtbaar is.
D16
- Balloo
D16 is één
van de grotere hunebedden. Het ligt een paar honderd meter ten noorden
van het natuuurreservaat Kampsheide. Dit kleine maar prachtige terrein
is vanwege de talrijke grafheuvels ook in archeologisch opzicht belangrijk.Ten
westen grenst het aan het beschermde Stroomdallandschap van de Drentse
Aa.
Het hunebed is toegankelijk via een soms slecht begaanbaar zandpad,
zowel vanuit de richting Balloo als vanuit de richting Loon. Het is
redelijk compleet, inclusief 2 poort-zijstenen, een poort-deksteen en
twee kransstenen. Bij de inventarisatie in 1918 lag het hunebed er minder
florissant bij: alle 9 dekstenen bleken van de 19 zijstenen te zijn
afgegleden. In 1978 zijn ze alle weer op hun plaats gezet. In loop van
de tijd was er weer één helemaal en een andere bijna afgekieperd. Begin
december 1999 zijn beide stenen herplaatst en met stalen pinnen (z.g.
doken) gefixeerd. Lang heeft één daarvan niet op z'n draagstenen gelegen.
Eind juni 2000 is hij er bijna zeker met geweld afgeduwd. In december
2000 is ook die schade weer hersteld, zij het zeer onzorgvuldig. Zowel
van de deksteen als van de twee draagstenen zijn daarbij grote splinters
afgesprongen.
Het is te hopen dat het monument nu verder met rust wordt gelaten.
D16 is één van de mooiere
hunebedden buiten de toeristische routes en daarom des te interessanter.
Bezoekers vinden op het kleine hunebedterrein de bekende bronzen naamplaquette
en verder een infozuiltje,een paar zitbanken en vuilnisbakken.
D17
en D18 - Rolde
Misschien wel de twee meest
bekende hunebedden in het land. Twee vrij grote hunebedden vlak bij
elkaar, uitstekend bereikbaar, onder de rook van Assen. Ze liggen vlak
achter de fraaie middeleeuwse Rolder Kerk. Zet je auto neer op het parkeerterrein
achter het kerkhof en betreedt het royale door duizenden toeristen platgetreden
hunebedterrein. D17 is de meest noordelijke. D18 ligt 200 meter zuidelijker
en het valt direct op dat die er heel wat netter bij ligt. D17 maakt
een wat rommelige indruk. Het heeft acht dekstenen, waarvan er echter
nog maar één op z'n poten staat. De overige zijn geheel
of gedeeltelijk van hun dragers afgegleden of liggen gefragmenteerd
in het graf. Eén is finaal doormidden gebroken. De deksteen in
het midden valt op door zijn grootte. Verder zijn er nog 15 draag-,
2 sluit- en 2 poortzijstenen. D18 ziet er netjes en compleet uit. Om
dat te bereiken moest er echter nogal wat aan worden gesleuteld. Stalen
pennen houden twee van de zeven dekstenen op hun plaats. De 14 draag-
en 2 sluitstenen zijn voltallig en ook zijn er nog 2 poortzijstenen
die echter niet direct opvallen omdat ze bijna helemaal onder het zand
zitten. De oude karakteristieke eik die D18 ooit sierde, was zo met
de steenhoop vergroeid dat hij de samenhang met het graf bedreigde en
daarom moest worden verwijderd. Sindsdien ligt dit hunebed er wat kaaltjes
bij. De eik bij D17 staat er nog, maar daar is dan alles mee gezegd.
Hij is door de bliksem uitgehold, de holte met teer ingesmeerd en met
ijzeren pennen in vorm gehouden. Het is een wonder dat-ie nog leeft.
De ingang van het terrein wordt gemarkeerd door een rij van 19 flinke
zwerfkeien. Waren dit misschien ooit kransstenen?. Een wel zeer forse
kei draagt de bronzen naamplaquette. Met twee informatie-zuiltjes, een
picknicktafel, vuilnisbakken en zitbanken zijn de voorzieningen voor
het publiek goed op peil.
Het voortbestaan van beide hunebedden liep in 1847 groot gevaar toen
de monumenten door het Rolder markebestuur in de uitverkoop werden gedaan
met als reële mogelijkheid dat ze zouden worden gesloopt. Dit leidde,
eerst op provinciaal en daarna op landelijk niveau tot grote protesten,
hetgeen uiteindelijk in 1872 na veel juridisch gekissebis resulteerde
in de aankoop door het Rijk van beide hunebedden voor de somma van f.
150,- . Deze affaire bleek later van grote betekenis: het markeerde
het publieke en bestuurlijke keerpunt ten gunste van het behoud van
ons prehistorische erfgoed.
D19
en D20 - Drouwen
Weer een hunebeddenpaar en
best een interessant stel. Toeristisch zwaar belaagd (direct langs de
weg tegenover een vakantieoord), maar ook diepgaand door Holwerda en
Van Giffen onderzocht. In sept. 1998 zijn beide hunebedden ingrijpend
gerestaureerd waarbij de fragmenten van 2 gespleten dekstenen weer aan
elkaar werden gekit en op de draagstenen getild. Bovendien werden alle
aangetroffen scheuren in de dek-, zij- en kransstenen met cement dichtgesmeerd.
Het zijn twee middelgrote hunebedden. D19 (het westelijke) had
oorspronkelijk 8 dekstenen. De meest westelijke ontbreekt. Van 2 zijn
nog slechts fragmenten aanwezig en die liggen op de bodem van het graf.
De andere 5 liggen (nu weer) keurig op de draagstenen. De vier poortzijstenen
zijn voltallig en de steen die tot sept. 1998 naast de poort lag,is
tot poortdeksteen gepromoveerd.
D20 telt nog 5 van de oorspronkelijk 6 dekstenen, waarvan er tot sept.
1998 slechts één op de draagstenen rustte. Nu zijn er
weer 3 zo goed als mogelijk herplaatst. Ook hier zijn er nog 4
poortstenen (en een poortdeksteen), maar wat bijzonder is: een bijna
volledige ring van kransstenen: 21 stuks (de plaats van de zes ontbrekende
zijn door Van Giffen met plombes gemarkeerd). Er staan 2 infozuiltjes.
Eén daarvan vermeldt het resultaat van de opgravingen onder D19
die een schat aan artefacten opleverden: maar liefst 400 potten,
13 vuurstenen bijlen, 9 barnstenen kralen en 6 stukjes koper. Verder
stukjes menselijk bot en kapsels van kiezen.
D21
en D22 - Bronneger
Het gebied rond Borger moet
een ideale vestigingsplaats voor het Trechter- bekervolk zijn geweest.
Binnen een straal van 5 km vinden we maar liefst elf hunebedden, waarvan
vijf bij het dorp Bronneger ten noorden van Borger. (D21 t/m 25). D21
is de mooiste en vanwege de archeologische vondsten, de belangrijkste.
Hij heeft weliswaar slechts drie (grote) dekstenen maar oogt fascinerend
door de indrukwekkende beuk die bijna de functie van één van
de draagstenen heeft overgenomen maar ook verder het hele beeld van
het hunebed overheerst. De 7 draag- en 2 sluitstenen zitten nog deels
onder het zand, evenals de ene poortsteen. D21 is in 1918 door Van Giffen
op artefacten onderzocht; en met resultaat. Er werden scherven gevonden
van in totaal 600 stuks aardewerk. D21 is er één van een
tweeling; D22 ligt op steenworp afstand maar is
vrij onbeduidend. (2 dek-, 3 draag- en 2 sluitstenen).
D23
en D24 - Bronneger
In deze twee zielige steenhoopjes
zijn nauwelijks nog hunebedden te herkennen, zo weinig is er van over.
Beide ruïnes hebben nog één deksteentje dat op de draagstenen
rust. Eigenlijk zijn het er twee van een drieling. D25 ligt net
iets oostelijker.
D25
- Bronneger
D25 is dus de derde van de
drieling of eigenlijk de eerste omdat hij groter en beter intact is
dan de andere twee: vier dekstenen die netjes op acht draagstenen en
twee sluitstenen rusten. Ook bij dit hunebed steken de draagstenen nauwelijks
boven de grond uit.Het redelijk begaanbare zandpad naar de hunebedden
wordt vanuit Bronneger duidelijk door een (originele) wegwijzer aangegeven.
Die aan de andere kant, aan het klinkerweggetje Borger - Drouwen is
helaas verdwenen. Een paar honderd meter verder naar het westen liggen
D21 en 22 langs hetzelfde zandpad.
D26
- Drouwenerveld
Bij D26 kun je met de auto
niet komen en hij is ook niet zo makkelijk te vinden. Vanuit Drouwen
gezien ligt het aan de andere kant van de N34. Via enkele smalle en
slecht geplaveide weggetjes kom je in de buurt. De laatste 500 meter
moet te voet. De zoektocht is echter wel de moeite waard: Tegen de rand
van het bos zie je een middelgroot hunebed met vijf dekstenen, alle
netjes op hun plek. Het hunebed oogt wat laag omdat de 12 draag- en
2 sluitstenen vrijwel onder het zand zijn verdwenen. Daardoor lijkt
het haast alsof de dekstenen op de grond rusten. D26 is één
van de 14 hunebedden waar nog één of meer kransstenen
te vinden zijn. Hier zijn er nog 13 van de oorspronkelijke 27 aanwezig.
De 14 ontbrekende zijn door Van Giffen met plombes gemarkeerd.Aan de
4 nog aanwezige poortdraagstenen is te zien dat dit graf een lange gang
als ingang heeft gehad. Ook is de vorm van de oorspronkelijke heuvel
nog goed zichtbaar. Er is een nummerbord en twee info-zuiltjes, waarvan
één met de volgende informatie:
Dit hunebed is tussen 1968 en 1970 grondig door archeologen van de Universiteit
van Amsterdam onderzocht, en niet zonder resultaat: Op de keldervloer
vonden ze de resten van 160 potten. Verder stenen wapens en gereedschap
en barnstenen kralen. Vóór de ingang troffen ze een soort
offerkuil aan met 2 complete aardewerken potten.
Dit reuzengraf
vormt het piece de résistance onder de hunebedden. Was hier het
hoofdkwartier van het Trechterbekervolk? Met een lengte van 22,5 meter
het grootste hunebed in Nederland: 9 dekstenen op 26 draagstenen en
2 sluitstenen en een complete poort met 4 zijstenen en 1 deksteen. 2
Keien in de buurt zijn mogelijk kransstenen geweest. Veel archeologische
vondsten zijn er in recente tijden niet meer gedaan. De Groningse
joffer Titia Brongersma had in 1685 op dat gebied al het nodige verricht.
Daarvan is echter niets bewaard gebleven. Naast het hunebed is Het Flint'n
Hoes, oftewel het Nationaal Hunebedden Informatie Centrum opgericht,
een zeer bezienswaardige expositie over alles wat met hunebedden en
het Trechterbekervolk te maken heeft.
Verlaat Borger
in oostelijke richting en na 1 km meter zie je op ca 100 meter rechts
van de weg naar Buinen het hunebedpaar D28 / 29. Zet de auto in de berm
van de weg en loop langs het vaak modderige paadje naar het kleine hunebedterrein.
Het zijn twee vrijwel evengrote hunebedjes. D28, de meest noordelijke,
heeft drie dekstenen en nog alle 8 draagstenen en 2 sluitstenen. De
meest oostelijke deksteen evenals de poortstenen ontbreken. D29 heeft
twee grote en zeer platte dekstenen, waarvan er één in
het graf is gegleden. Eén deksteen ontbreekt. Dit hunebed heeft
echter nog wel twee poortstenen. De draag- en sluitstenen zijn met 10
stuks compleet. De twee dekstenen van D29 hebben mogelijk één
geheel gevormd. Dit gaf ‘vakantieman' Frits Bom in zijn boek "Het Mysterie
van de Hunebedden" aanleiding tot de veronderstelling dat de hunebedbouwers
over geavanceerde splijtingstechnieken hebben beschikt. In ieder geval
zijn de vrijwel perfect vlakke zijden van sommige stenen bij tal van
hunebedden op z'n minst opmerkelijk. Een aantal archeologen sluit de
mogelijkheid dat sommige stenen zijn gespleten niet uit. De wijze waarop
dat is gebeurd is echter onduidelijk. Afwisselend verhitten met vuur
en afkoelen met water zou een mogelijke methode zijn.
Voorzieningen
voor het publiek ontbreken bij dit hunebeddenpaar, maar een krans van
omringende bomen geeft het hunebedterreintje waarop D28 en 29 liggen
een enigszins knus karakter.
D30 ligt aan
de toeristische ANWB-Hondsrug route midden in het Exloër bos en
heeft daarom nogal wat te verduren. Het is een klein hunebed met oorspronkelijk
4 of 5 dekstenen waarvan er nog 3 aanwezig zijn. Wel zijn nog twee poortsteentjes
aanwezig. Dit hunebed is in 1918 door Van Giffen systematisch onderzocht.
Hij ontdekte in dit graf vijf steenlagen of vloeren. De onderste vloer
lag 1.70 m lager dan de onderkant van de dekstenen hetgeen betekent
dat men er rechtop in kon staan. Tussen de vloeren werden potscherven,
stenen bijltjes en pijlpunten gevonden. In de steenpakking buiten de
grafruimte vonden de onderzoekers 3 versierde schalen. Bij het
hunebed staan twee infozuiltjes en een kei met een bronzen naamplaquette.
D31
- Hunzebos tussen Exloo en Valthe.
Dit hunebed
kun je beter een puinhoop noemen. Hier hebben cultuurbarbaren uit de
vorige eeuw danig huisgehouden. D31 moet rond 1820 zijn opgegraven.In
1822 werd door onderzoekers nog gemeld: "een voortreffelijk en welbewaard
hunebed gekenmerkt door het bezit van 5 in den besten orde op hun draagstenen
rustende dekstenen". Zes draagstenen, twee sluitstenen en één
in het graf gevallen deksteen is alles wat er nu nog over is. De plaats
van de twee ontbrekende draagstenen en van de beide poortstenen zijn
met plombes aangegeven. De aanzet van de oorspronkelijke dekheuvel is
nog goed te zien. Het hunebed ligt in een kuil op die heuvel.
Voor wie de moeite wil nemen: ga 1,5 km ten zuiden van Exloo op de weg
naar Valthe linksaf via een keienweg het Hunzebos in en dan zie je hem
na 400 meter aan de rechterkant.
D32 ligt 1
km boven Odoorn langs de weg naar Borger. Het eerste zandweggetje links.
Er staat een handwijzer. Het pad loopt dood tegen het wat hoger gelegen
hunebedterrein. Het is een 'laag' hunebed; de zeven draag- en twee sluitstenen
liggen half onder het zand. Nog vier van de vijf dekstenen zijn aanwezig.
Er staat een kei met een bronzen naamplaquette aan het begin van de
zandweg.
Dit
hunebed heeft tot 1959 bestaan als een vervallen steenhoop bestaande
uit 9 keien. Het lag tussen Odoorn
en Valthe vlakbij D34 op het Valtherveld, maar werd gesloopt voor de
restauratie van D49.
D34
ligt aan een zandpad links van de weg Valthe - Odoorn. Een incompleet
hunebed en het biedt een verwaarloosde aanblik. Ooit was het een middelgroot
hunebed met 5 dekstenen. Daarvan zijn er nu nog 3 over waarvan er nog
één zijn dragers staat. De 2 andere liggen schots en scheef
in het graf. De 10 draag- en 2 sluitstenen komen nauwelijks boven het
maaiveld uit. Er zijn nog 2 poortzijstenen. De voet van de oorspronkelijke
heuvel ligt als een ring om het hunebed.
D35
ligt 1 km ten zuiden van D34 ook aan een zandpad, links van de weg Valthe
- Klijndijk aan de noordrand van het Valtherbos en is van gelijke grootte.
Hij telt nog maar twee dekstenen, waarvan er één is weggegleden.
De meeste van de 10 draag- en 2 sluitstenen gaan bijna geheel schuil
onder het zand. Aan de verharde weg staat een richtingbordje.
Weer
een hunebeddenpaar, op enkele meters van elkaar, aan de zuid-rand van
het dorp Valthe. Het is even zoeken om de zandweg richting hunebedden
te vinden. Aan het begin van de zandweg staat een richtingaanwijzer.
Ze liggen op een royaal terrein met fraaie bomen, waarvan enkeleals
het ware met de hunebedden zijn vergroeid. D36 heeft nog vier dekstenen
maar drie ervan zijn weggegleden en één ontbreekt. D37
is helemaal rommelig; twee dekstenen liggen op de bodem van het graf
en drie zijn manco.
D38
- D39 en D40 boswachterij
Emmen (Valtherbos)
D38 vormt
met D39 en 40 een trio dat vlak boven Emmen op een heideveld in de boswachterij
ligt. Vanuit het noorden gaat de verharde weg door het bos over in een
niet voor auto's toegankelijk zandpad. Na 600 meter lopen zie je ze
aan je rechterhand. Vanuit de woonwijk Emmermeer gaat het zandpad het
bos in dat langs de 3 hunebedden voert. D38 (de meest noordelijke) stelt
niet veel meer voor. Oorspronkelijk was het een middelgroot hunebed
met 4 of 5 dekstenen. Er zijn er nu nog 2 en die liggen op de bodem.
De 11 draag- en sluitstenen zijn bijna onder het zand verdwenen. Wel
is de vorm van de oorspronkelijke dekheuvel nog te herkennen
D39, op 25
meter afstand van D38, is omringd door een ronde zandwal; het restant
van de oorspronkelijke dekheuvel. De 8 draag- en sluitstenen zijn er
nog allemaal nog maar liggen diep in het zand. Eén vrij platte
deksteen ligt op de draagstenen, het zullen er ooit 3 zijn geweest.
Ook van
oorsprong dus een klein graf.
D40
is de interessantste van het drietal. Hij heeft slechts twee, maar wel
forse dekstenen die keurig op de vier draagstenen en de twee sluitstenen
rusten. Er is nog één poortsteen, de andere is gemarkeerd
met een plombe. In 1918 ging dit hunebed nog gedeeltelijk onder zijn
dekheuvel schuil. Reden voor Van Giffen om de structuur van die dekheuvel
te onderzoeken. De heuvel bleek een zeer grote hoeveelheid veldkeien
(de z.g. steenpakking) te bevatten. Van Giffen vond hier aanwijzingen
voor een aanvoerweg naar de top van de heuvel waarlangs de dekstenen
zijn gesleept of gerold. De heuvel werd na het onderzoek weer hersteld.
Zoals op de foto is te zien moet hij later echter
opnieuw zijn uitgegraven.
Drie kleine
hunebedden vlak bij elkaar. Waarom niet één grote ? Misschien
zijn ze door achtereenvolgende generaties gebouwd. We zullen het nooit
weten.
D41
- Emmen noord
D41 is niet
groot maar nog redelijk goed intact: 4 dekstenen op 8 draagstenen en
twee sluitstenen. Er zijn geen poort- of kransstenen. Het stenen monument
ligt op een gras/heideveldje direct aan de weg Emmen - Odoorn tegenover
de woonwijk Emmermeer. De bronzen naamplaquette is groen uitgeslagen.
Het rode bord op het paaltje, dat bij alle hunebedden is
aangebracht,
waarschuwt bezoekers ervoor dat het beklimmen van de stenen gevaarlijk
is en voor eigen risico geschiedt. Het liefst zou men het willen verbieden,
maar dat is onbegonnen werk. Wel geldt een verbod op vuur onder of bij
de stenen want dat kan ze doen springen.
D42
- Emmeres
D42 ligt
te oosten van Emmen op de Emmeres en is alleen te voet of fiets bereikbaar
via een 500 meter lang bospad. Het is helaas een incompleet hunebed.
Hier zijn keienverzamelaars bezig geweest.
Het steengraf heeft waarschijnlijk negen dekstenen
gehad en behoorde daarmee tot de grotere hunebedden. Er zijn er nog
vier van over, waarvan slechts twee op hun plaats. Ook ontbreken 7 draagstenen
en een sluitsteen. Plombes geven de plaats van de ontbrekende aan. Bomen
hebben wat met hunebedden: ook hier een hunebed met een alles overheersende
boom die dit keer niet naast maar midden in het graf staat.
Er was ooit een naam- plaquette maar die is inmiddels
uit de steen verdwenen.
D43
- Emmen Schimmeres
D43 is een
z.g. Langgraf, waarvan er in Nederland maar één is. In
Noord Duitsland liggen er nog enkele. Binnen de vrijwel complete stenenkrans
van 52 stenen (gerestaureerd) liggen twee grafkelders ingebed in de
40 meter lange dekheuvel. Het noordelijke graf heeft drie dekstenen
op zes draag- en twee sluitstenen. Het
zuidelijke heeft vijf dekstenen gehad waarvan er nog slechts twee over
zijn. Bovendien ontbreekt één van 10 draagstenen. Wel
hebben beide graven nog twee poort-draagstenen. Het langgraf bevindt
zich in Emmen ten westen van de weg naar Odoorn en is via een kort zandpad
te voet bereikbaar. Er staan twee infozuilen. Er is geen parkeergelegenheid.
D44
- Emmen Westenesch
Ik heb in
deze reportage al een paar armzalige restanten van hunebedden genoemd,
maar deze spant de kroon: met één deksteen en twee draagstenen
is D44 nog nauwelijks een hunebed te noemen. De kei in de buurt heeft
er wellicht ook bij gehoord. Hij staat op het erf van een boerderij
en is eigendom van de boer en is daarmee het enige dat nog in particulier
bezit is. Meer curieus dan interessant. Bovendien moet je er wel even
naar zoeken langs al die kleine weggetjes in de buurtschap Westenesch.
D45
- Emmerdennen
De hunebedbouwers
het het zich met D45 extra moeilijk gemaakt. Dit grote hunebed ligt
n.l. op een flinke heuvel in de Emmerdennen, een paar honderd meter
van het stadscentrum. Denk de oorspronkelijke dekheuvel er overheen
en je hebt een kleine berg. D45 heeft nog zes van de oorspronkelijke
acht dekstenen. Hiervan rusten er nog drie volledig op de draagstenen,
de andere drie zijn er half afgegleden. De meest oostelijke deksteen
is zo groot en zo plat. dat de bouwers het aantal en de plaatsen
van de draagstenen aan deze kei moesten aanpassen. Het verhaal
gaat dat Lodewijk Napoleon er met paard en al bovenop heeft gestaan.
D45 telt maar liefst 19 draag- en twee sluitstenen. Het hunebed wordt
omringd door 13 kransstenen; de 25 ontbrekende zijn met plombes gemarkeerd.
Ook zijn er nog twee poortzijstenen. Het hunebed ligt niet ver van de
grote weg maar het bos is verboden voor gemotoriseerd verkeer.
Er is een parkeerplaats aan de Boermarkeweg, vlak
bij het hunebed.
D46
en D47 - Emmen - Angelslo
D46 is evenals
D47 volledig door de stedelijke bebouwing opgeslokt. Ze liggen in de
wijk Angelslo. Je moet een goeie plattegrond van Emmen hebben om ze
te vinden. Maar ook dan is nog vaak de hulp van wijkbewoners nodig.
D46 ligt aan de Fokkingeslag in een openbaar plantsoen
tussen de eengezinswoningen. Het hunebed is in 1960 gerestaureerd. De
vier dekstenen die her en der verspreid lagen werden weer op de tien
draagstenen getild. Het hunebed is tegenwoordig meer een speeltuinattribuut
dan een archeologisch monument. D47 is het tweede hunebed in de wijk
Angelslo. Voor dit monument is een klein terreintje tusssen de flats
van de Haselackers uitgespaard. Van dit hunebed zijn de tien draag-
en de twee sluitstenen vrijwel onder het zand verdwenen, waardoor de
dekstenen bijna op de grond liggen. Tot voor kort waren twee van de
vijf dekstenen manco. In juli 1979 had de gemeente Emmen twee grote
keien over en die zijn op de lege plaatsen gelegd, zodat het hunebed
nu weer compleet lijkt. Een nogal ongebruikelijke actie. Als
dat beleid wordt, is er nog veel werk aan de winkel in Drenthe!
D48,
de "Steen van Noord Barge"
Dit nummer
ontbreekt. De "Steen van Noordbarge" bleek niet, zoals Van Giffen
aanvankelijk dacht, de boven het zand uitstekende deksteen van
een hunebed te zijn. Er zat onder de enorme kei alleen maar zand
en het is dus geen hunebed.
D49
"De Papeloze Kerk" - Schoonoord
Met dit hunebed
als kansel hielden hervormde geestelijken in de 16e eeuw hun geheime
hagepreken, tegen het paapse gezag in. Vandaar de bijzondere naam. Nu
is dit steengraf het pronkstuk onder de hunebedden. Het werd in 1959
door Van Giffen ,op de helft van de dekheuvel na, volledig in de oorspronkelijke
staat teruggebracht en vormt als zodanig een educatieve en toeristische
trekpleister. Bij de inventarisatie van 1918 trof men dit hunebed "in
droevige staat" aan. Van de zes dekstenen waren er nog maar twee over
en deze waren in de kelder gegleden. Twee van de twaalf draagstenen
waren manco evenals de vijf poortstenen en vrijwel alle kransstenen.
Van Giffen liet de ontbrekende stenen van elders uit het Drentse land
aanvoeren, o.a. van het opgeruimde hunebed D33. De openingen tussende
dek-, zij- en sluitstenen werden weer met stopstenen opgevuld. De toegangspoort,
bestaande uit vier draagstenen en één deksteen werd gereconstrueerd,
de vloer van de kelder met kinderhoofdjes geplaveid en met granietgruis
geëgaliseerd. Tenslotte werd het hunebed voor ruim de helft weer
met een dekheuvel, bestaande uit zand en zoden, toegedekt. Aan de voet
van de heuvel werd niervormige krans van 28 staande randstenen in ere
hersteld. Het hunebed is te voet via een fraaie boslaan langs het huifkarrencentrum
bereikbaar. Een bronzen portret in een kei gemetseld geeft de ‘vader'
van de hunebedden de verdiende eer. Twee
infozuiltjes geven informatie.
D50
- Noord-Sleen
Neem vanuit
Noordsleen de tweede verharde (doodlopende) weg rechts in de Zweloërstraat.
Je ziet dan 2 hunebedden: D50 rechts en D51 links van de weg. D50 is
een fraai en vrij groot hunebed. De bijna complete ring van 24 grote
kransstenen valt direct in het oog. Sommige zijn bijna even groot als
de draagstenen van het graf. De op de foto nog aanwezige boom was half
dood en moest helaas worden verwijderd. Het graf telt nog zeven
(van de acht) dekstenen, die sinds een restauratie in sept. 1998 weer
volledig door de zestien zij- en twee sluitstenen worden ondersteund.Ook
is er nog een poortsteen aanwezig. Merkwaardig genoeg staat er bij dit
mooie hunebed geen plaquette, en tot voor kort ook geen infozuiltje.
Nog niet eens een zitbank. Met twee afvalbakken moeten de bezoekers
het doen.
D51
- Noord-Sleen
D51 ligt
er 100 meter terug aan de andere kant van weg nogal onttakeld bij. Ook
hier zijn kennelijk keienrovers bezig geweest. Toch is het een vrij
groot hunebed geweest met waarschijnlijk zeven dekstenen. Dat valt af
te leiden uit de veertien draagstenen, waarvan er één
ontbrekende met een plombe is gemarkeerd. De vier ontbrekende dekstenen
veroorzaken een gapend
gat in het midden van het graf. Er zijn nog drie poortzijstenen aanwezig,
een plombe geeft de plaats van de vierde aan. De steen met de originele
bronzen naam-plaquette staat er nog. Sinds kort is op een houten
info-zuiltje algemene informatie over hunebedden te lezen ..In
Noord Sleen en langs de weg naar Zweelo staan wegwijzers naar de hunebedden.
D52
- Diever
D52 is een
middelgroot hunebed bestaande uit zes dekstenen waarvan drie op, en
drie tussen de veertien draagstenen rusten. Verder zijn er twee 2 sluitstenen
en één poortsteen. Van de andere poortsteen is de plaats
gemarkeerd met een plombe. Er ontbreekt één deksteen.
Bij de inventarisatie in 1918 lag het hunebed er "in geheel vervallen
staat" bij. De
her en der verspreid liggende stenen verdienden de naam hunebed niet
meer. Onder leiding van Van Giffen is het hunebed in 1953/54 grondig
gerestaureerd, waarbij de meeste draagstenen opnieuw moesten worden
opgericht en vastgezet. Het hunebed ligt langs de Groningerweg in Diever.
Er is een naam-plaquette en een infozuil.
D53
- Havelterberg
D53 is het
op één na grootste hunebed in Nederland en tevens één
met een bewogen geschiedenis. Hij telt 23 draagstenen, 2 sluitstenen,
en 9 dekstenen, die sinds een recente restauratie weer alle keurig op
de draagstenen rusten. Ook de poort is er nog, compleet met 4 draagstenen
en 1 deksteen. Van de grote ovale krans zijn nog 10 stenen over. Oorspronkelijk
moet die uit meer dan 40 stenen hebben bestaan. Toen Van Giffen in 1918
met het onderzoek begon, waren alle dekstenen op één na
van de draagstenen gegleden. Hij kon er zes herplaatsen. Ondanks eerdere
vondsten, troffen de onderzoekers in de vloerlagen de scherven van maar
liefst 665 aardewerken potten aan. De grootste vondst ooit in enig hunebed
gedaan. Het aantal overige voorwerpen was daarentegen bescheiden:
drie vuurstenen bijlen, een pijlpunt, een knots, drie kralen van git
en één van barnsteen.
In 1945 leek het lot van het hunebed te zijn bezegeld.
De Duitse bezetter eiste afbraak van het monument voor de aanleg van
een vliegveld. De afbraak ging door maar de Nederlandse autoriteiten
wisten erger te voorkomen: Met een dragline werden meer dan 50 grote
en kleinere keien behoedzaam in een 6 meter diepe kuil gedeponeerd.
Lang hebben ze daar niet in gelegen. Direct na de oorlog werden ze weer
opgegraven en eind 1949 begon de restauratie. In 1950 lag het hunebed
er weer bij alsof er niets gebeurd was.
D54
- Havelterberg
Het zuidelijkste
hunebed draagt het laatste nummer. Het ligt ca. 200 meter van D53 vandaan
aan de andere kant van de weg. Het telt zes dekstenen, waarvan er vier
volledig op de draagstenen rusten.
De meest oostelijke deksteen ontbreekt, evenals
de sluitsteen er onder. Wel zijn alle veertien draagstenen aanwezig.
Er is nog één poortzijsteen te vinden. Verder
is de fraaie ligging tegen de Havelterberg vermeldenswaard.
G1-
Noordlaren
Van het tot
voor kort enige Groninger hunebed zijn nog slechts één
sluitsteen, vier draagstenen en twee dekstenen over. De meest in het
oog springende deksteen is een joekel. Kennelijk wisten de keienrovers
daar geen raad mee. Van Giffen heeft de plaats van de ontbrekende zes
draagstenen, de ene sluitsteen en de twee poortstenen keurig met cementen
plombes gemarkeerd, zodat je een goeie indruk van de oorspronkelijke
grootte krijgt. Dat
zal dan waarschijnlijk een hunebed met vijf dekstenen zijn geweest.
De grote kei die de naamplaquette draagt, heeft mogelijk bij het hunebed
behoord.
Het hunebed ligt ca. 1 km ten westen van de weg
Zuidlaren - Glimmen net over de provinciegrens aan een onverharde weg.
Er staat een bordje aan de grote weg.
G2
- Delfzijl
De hunebed-story
had nog één verassing in petto: Geheel onverwacht werd
in 1982 bij graafwerkzaamheden t.b.v. een fabrieksterrein onder de wierde
Heveskesklooster ten oosten van Delfzijl, twee meter onder de klei een
hunebed opgegraven en 2 jaar later ook nog een steenkist uit het Neolithicum.Ondanks
Drents protest ("hunebedden horen niet tussen Groningse guppen") werden
de 6 draag-, 1 sluit-, en 3 dekstenen naar het AquariOm in Delfzijl
overgebracht en in de oorspronkelijke staat gereconstrueerd.
Voor f. 6,00 te bezichtigen, en voor dat geld
zie je dan ook nog een aquarium met Noordzeevissen (en niet alleen guppen!),
een fraaie schelpencollectie en de scheepvaartgeschiedenis van Delfzijl.
De steenkist is in het Hunebedden Informatiecentrum in het Drentse Borger
te bewonderen.
N.B. Dit hunebed heet eigenlijk G5. Van Giffen nummerde de verdwenen
Groningse hunebedden bij Glimmen door. Inconsequent, omdat hij dat in
Drenthe niet deed.
842
- Hüven, Duitsland
In het land tussen de rivieren
de Ems en de Weser in Noordwest Duitsland, slechts 50 km over de grens
met Nederland, woonden de buren van het Drentse Trechterbekervolk. Ze
bouwden honderden hunebedden of Groszsteingräber zoals onze Oosterburen
ze noemen. Er staan er nu nog ongeveer evenveel als in Drenthe. De meeste
verkeren in een meer vervallen staat dan die bij ons. Maar ook hier
zijn enkele graven (waaronder enkele prachtige lang-graven in de buurt
van Wildeshausen) grondig gerestaureerd. Het hunebed
bij Hüven is een fraai voorbeeld van een goed bewaard hunebed in
de Hümmling, zoals dit gebied ook wel wordt genoemd. De prachtige
krans van ca. 50 stenen is vrijwel compleet. Van de elf dekstenen ontbreken
er slechts drie. De 25 zij- en sluitstenen zijn er nog allemaal.
Voor
wie niet in het bezit is van een zeer gedetailleerde stafkaart zijn
de hunebedden in dit gebied moeilijk te vinden. Ze staan vaak verscholen
in de bossen en richtingwijzers ontbreken meestal.
846
- Grosz Stavern, Duitsland
Nog een fraai voorbeeld van
een reuzen- hunebed in het Emsland. Deze groen uitgeslagen steenhoop
prijkt hier met een lengte van 25 meter nog steeds in zijn volle omvang
en dat is 2,5 m meer dan D27, het grootste hunebed bij ons. Oorspronkelijk
bezat dit hunebed 11 dekstenen en daar zijn er nog 8 van over. Van de
30 zij- en sluitstenen missen er slechts 4. Het is een ganggraf. Van
de 3 meter lange toegang aan de zuidzijde zijn echter nog slechts enkele
fragmenten aanwezig. Of dit grote steengraf ooit een ring van kransstenen
heeft gehad is onbekend. Ze zijn in ieder geval niet aangetroffen. Dit
'Groszsteingrab' ligt pal langs de weg van Grosz Stavern naar Klein
Berszen en toch rij je er makkelijk voorbij. Het kleine bordje langs
de weg valt nauwelijks op.
847
- Thuine, Duitsland
Dit hunebed is het indrukwekkendste
in Noordwest Duitsland. Met maar liefst 17 dekstenen (er ontbreken slechts
3) en een lengte van 26,5 m is dit de grootste bekende grafkamer van
de Trechterbekercultuur. Uniek is de dubbele ring van kransstenen die
bovendien nog vrij compleet is. Het lijkt er op dat ook in het verleden
dit graf zoveel ontzag heeft ingeboezemd dat zelfs keienrovers er af
zijn gebleven. Thuine ligt ca. 10 km ten oosten van Lingen op slechts
35 km van de grens met Nederland. Het hunebed ligt direct ten noorden
van het dorp in de bossen en is goed bereikbaar. Leuk voor een uitstapje
over de grens!
860
- Grosz Berszen, Duitsland
Dit hunebed wordt ook wel
het Königsgrab genoemd Het ligt 2,5 km ten westen van hunebed bij Hüven
langs de weg naar Grosz Berszen en is redelijk goed bewaard gebleven.
De dek- en draagstenen maken een wat rommelige indruk maar ze zijn er
nog allemaal. De grafkamer meet 15 bij 1,8 m. Het hunebed heeft een
grote ovale ring van kransstenen waarvan enige ontbreken. Direct rechts
van het hunebed staat een klein, maar volledig gereconstrueerd hunebed
weer volledig onder z'n dekheuvel.
|