"Het hunebed bevindt zich in een uitnemenden, en met de oorspronkelijken vergelijkbaren, staat" aldus Van Giffen. Het fraaie steengraf was tot 1809 onberoerd gebleven. Vandaar. Van Giffen noemt het onderzoek in 1809 door ontdekker Petrus Hofstede slechts terloops. Hij vond geen ingangspartij maar vermoedt dat de eerste 2 zuidelijke dekstenen tevens poortstenen zijn geweest. Pas in 1960 werd dat vermoeden bevestigd toen hij op die plek een drempelsteen vond. Hij heeft toen ook naar grondsporen van poortstenen gezocht, maar niet gevonden. De Provincie kocht het monument in 1869 van de Markgenooten van Emmen en Westeresch op.
(Bron: Atlas bij "De Hunebedden in Nederland", dr.A.E.van Giffen, 1925)