Van Giffen had hier niet slechts oog voor het steengraf op zich, getuige de foto waarop de imposante eik nadrukkelijk is afgebeeld. Hij zag hier 2 grote dekstenen die aan de ZZ tegen de eik leunden en aan de NZ op de bodem schenen te liggen. De 4 zijstenen kwamen pas te voorschijn toen hij in 1918 de kamer blootlegde. Daardoor beoordeelde hij het hunebed "in tamelijk oorspronkelijken staat". De eik staat er nog wel maar heeft door de tand des tijds ernstig geleden. De bliksem heeft de stam geheel uitgehold. Net als D21 is de Staat sinds 1870 eigenaar.
(Bron: Atlas bij "De Hunebedden in Nederland", dr.A.E.van Giffen, 1925)