"Het hunebed verkeert in uitnemenden staat; een dek- of mantelheuvel ontbreekt echter". Deze kwalificatie gaf prof. dr A.E. van Giffen aan dit hunebed dat hij D6 doopte. En terecht. Het mag een wonder heten dat dit hunebed zo ongeschonden de tand des tijds heeft doorstaan. In 1880 door de Staat aangekocht van de Markgenoten van Tynaarlo, en daarmee waren alle hunebedden (op D44 na) in handen van de Staat of de Provincie gekomen. "Het is misschien daaraan te wijten dat het zo op den voorgrond is geschoven" schrijft Van Giffen in zijn boek. Waarom hij daar niet zo blij mee was, vermeldt hij echter niet.

(Bron: Atlas bij "De Hunebedden in Nederland", dr.A.E.van Giffen, 1925)